Ben je benieuwd welke soorten walvissen en dolfijnen je rond Tenerife kunt spotten?
Hieronder vind je een overzicht van alle soorten die in de wateren rond Tenerife voorkomen, ingedeeld op basis van hun seizoensgebondenheid, met een korte beschrijving van elke soort.
En vergeet niet: je kunt ze van dichtbij zien door een van onze tours voor het spotten van walvissen en dolfijnen op Tenerife te boeken!
Residentiële walvisachtigen op Tenerife
Tuimelaar
De tuimelaar is een fascinerende en veelzijdige soort. Deze intelligente en sociale dolfijnen leven in groepen van tien of meer en kunnen tot wel 30 jaar oud worden.
Met een lengte van 2,5 tot 3 meter zijn ze goed herkenbaar aan hun donkergrijze kleur en hun speelse gewoonte om in de boeggolf van boten mee te surfen. Ze zijn bovendien uitstekende jagers die samenwerken binnen de groep om hun prooi te vangen, die ze met hun tanden grijpen en zonder te kauwen doorslikken.
Hoewel ze als residentiële soort worden beschouwd, zijn tuimelaars zeer flexibel en kunnen ze zich aanpassen aan uiteenlopende leefomgevingen – van koude tot warme wateren. Hun communicatieve vaardigheden en wendbaarheid maken hen tot meesterlijke bewoners van de onderwaterwereld.
Tropische griend
De griend, ook wel bekend als de pilootwalvis, behoort tot de familie van de dolfijnen. Ondanks dat het technisch gezien een grote oceaandolfijn is, wordt hij door zijn formaat vaak als walvis beschouwd. Na de orka is het de grootste oceaandolfijn: ze kunnen tot 5 meter lang worden en wel 2 ton wegen.
Deze soort is het hele jaar door te zien in de wateren rond de Canarische Eilanden. Ze zijn bijna zwart van kleur, met een opvallend bolvormig voorhoofd en een klein snuitje. Hun favoriete voedsel is inktvis, maar ze eten ook vis.
Grienden zijn zeer sociale dieren en leven meestal in groepen tot wel dertig individuen. Ze zijn behendige zwemmers en bewegen zich moeiteloos door de zee. Een indrukwekkende soort die absoluut de moeite waard is om beter te leren kennen.
Sporadische walvisachtigen op Tenerife
Gevlekte dolfijn
De gevlekte dolfijn, ook wel bekend als de Atlantische gevlekte dolfijn, komt veel voor in de Atlantische Oceaan en rond de Canarische Eilanden.
Deze dolfijnen zijn klein van stuk en herkenbaar aan de witte en zwarte vlekken op hun huid — al ontbreken deze meestal bij jonge dieren en kalfjes.
De soort werd ongeveer twee eeuwen geleden voor het eerst beschreven en staat sindsdien bekend als een van de meest nieuwsgierige en sociale dolfijnen die de mens kent.
Tijdens een walvis- of dolfijnexcursie op Tenerife kun je deze dolfijnen vaak zien springen en acrobatiek uitvoeren in de buurt van de boot. Zorg dat je camera klaarstaat om deze magische momenten vast te leggen!
Ruwtanddolfijn
De ruwtanddolfijn is een bijzondere en relatief onbekende soort. Hoewel ze geen vast seizoenspatroon volgen, worden ze af en toe waargenomen in de wateren rond de Canarische Eilanden wanneer ze op zoek zijn naar voedsel of om zich voort te planten.
Hun lichaam is overwegend grijs, met roze en witte tinten op bepaalde delen van hun huid. Ze zijn snelle en behendige zwemmers, en kunnen tot vijftien minuten duiken om inktvis en vis te vangen — hun belangrijkste voedselbron.
Ruwtanddolfijnen reizen meestal in groepen van 10 tot 30 dieren, waarmee ze gezamenlijk door het water navigeren en jagen.
Tropische vinvis
Tijdens onze walvisspot-excursies in het beschermde mariene gebied van Teno – Rasca hopen we altijd de tropische vinvis tegen te komen, een soort die regelmatig deze eilandengroep bezoekt.
Deze walvissen jagen vlak onder het wateroppervlak, wat zorgt voor een spectaculair schouwspel wanneer ze kleine scholen vissen aanvallen, vaak vergezeld door dolfijnen en zeevogels zoals de Scopoli’s pijlstormvogel en de geelpootmeeuw.
Deze strijd om voedsel is ronduit fascinerend voor waarnemers en biedt een ervaring die zo uit een documentaire van National Geographic zou kunnen komen.
Gestreepte dolfijn
Het observeren van gestreepte dolfijnen is een adembenemende ervaring. Ze bewegen ongelooflijk snel en voeren indrukwekkende sprongen en luchtacrobatiek uit. Als je geluk hebt en ze van dichtbij kunt zien, zul je die ontmoeting nooit meer vergeten.
Tijdens onze dolfijnen- en walvisspottochten op Tenerife zien we vaak verschillende soorten dolfijnen, maar de gestreepte dolfijn is een van de zeldzamere waarnemingen. Deze soort beweegt zich in grote groepen — soms van 10 tot meer dan 100 dieren.
Het zijn zeer actieve dolfijnen die synchrone sprongen maken en unieke gedragingen vertonen, zoals het surfen op hun staart over het wateroppervlak. Ze zijn klein van formaat (ongeveer 2,4 meter), kunnen tot 160 kg wegen en een leeftijd van wel 60 jaar bereiken.
Gestreepte dolfijnen kunnen snelheden tot 45 km/u halen en voeden zich rondom Tenerife vooral met kleine vissoorten en pijlinktvissen, waarvoor ze tot 700 meter diep duiken.
Risso’s dolfijn (Grijze griend)
De grijze griend is een unieke dolfijnsoort met een stevig, robuust lichaam en zonder uitgesproken snuit — een kenmerk dat hen onderscheidt van andere dolfijnen.
Volwassen dieren zijn gemiddeld 3 meter lang, al kunnen sommige individuen wel 4 meter bereiken. Hun gewicht varieert tussen de 300 en 680 kilo.
Ze leven meestal in groepen van 5 tot 25 exemplaren, maar er zijn ook waarnemingen geweest van groepen met meer dan 300 dieren.
Een bijzonder gedrag van de grijze griend is dat ze soms half ondergedoken worden gezien, met hun kop naar beneden en het staartstuk en de staartvin zichtbaar boven water.
Ze zijn eerder verlegen in de buurt van boten, maar niet schuw. Deze soort is het hele jaar door te vinden rond de Canarische Eilanden. Een bijzondere en prachtige soort die absoluut beschermd en gerespecteerd moet worden.
Potvis
De potvis is een indrukwekkend zeezoogdier dat af en toe rond Tenerife wordt waargenomen. Hij is makkelijk te herkennen aan zijn geribbelde huid en enorme kop, waarin zich het grootste brein op aarde bevindt. Deze dieren kunnen tot 18 meter lang worden en wel 50 ton wegen.
Potvissen zijn fascinerende en krachtige dieren die bewondering verdienen. Door hun enorme formaat en vermogen om tot grote dieptes te duiken, zijn ze werkelijk uniek in het dierenrijk.
Het is de grootste tanddragende roofdierensoort ter wereld. Hun dieet bestaat hoofdzakelijk uit inktvissen en vissen, die ze op dieptes tot 3.000 meter vangen. Ze leven in kleine, sociale groepen en worden door de IUCN als kwetsbare soort geclassificeerd, voornamelijk door de intensieve jacht die ze in vorige eeuwen hebben ondergaan.
Seizoensgebonden of migrerende walvisachtigen op Tenerife
Gewone dolfijn (kortsnuitdolfijn)
De gewone kortsnuitdolfijn, Delphinus delphis, is een mariene soort die vooral in open zee leeft, meestal in gebieden die dieper zijn dan 180 meter.
Ze geven de voorkeur aan gebieden met sterke opwellingen, zoals continentale platten en rotskusten. Ze zwemmen doorgaans met snelheden tussen 5 en 7 zeemijlen per uur, maar kunnen snelheden tot 29 zeemijlen per uur halen wanneer ze op jacht zijn. Deze dolfijnen kunnen wel 200 zeemijlen in 48 uur afleggen, waarbij hun bewegingen vaak samenhangen met seizoensgebonden veranderingen in vispopulaties.
Hun dieet bestaat uit kleine vissen zoals haring, sardines, ansjovis en heek, maar ook uit inktvissen en octopussen. Ze kunnen tot 8 à 9 kilo voedsel per dag eten. Om te jagen duiken ze onder scholen vis en drijven hun prooi richting het wateroppervlak, vaak in groepsverband.
Ze zijn extreem sociaal: je zult ze zelden alleen zien. Ze reizen, jagen en ademen samen — echte teamspelers van de oceaan.
Gewone vinvis
De gewone vinvis voedt zich met scholen vis die zich verplaatsen met de stromingen en opwellingen tussen de vulkanische eilanden.
Wanneer deze indrukwekkende dieren arriveren, doen ze dat vaak in het gezelschap van zeevogels en dolfijnen. Tijdens walvisexcursies kun je ze soms zien feesten op scholen vis, te midden van een levendig tafereel vol zeeleven.
De gewone vinvis — ook wel de “windhond van de zee” genoemd — is een migrerende soort die bekendstaat om zijn snelheid: tot wel 35 km/u. Hij kan meer dan 20 meter lang worden en meer dan 50 ton wegen.
Hoewel hij in alle wereldzeeën voorkomt, leeft de ondersoort die in de buurt van Tenerife wordt waargenomen uitsluitend in de Noord-Atlantische Oceaan.
In de winter plant de vinvis zich voort in warme, tropische wateren. In de zomer migreert hij richting de poolzeeën, waar meer voedsel te vinden is.
De vinvis voedt zich door middel van filtervoeding en stormt soms recht in een school vis of in diepere wateren op zoek naar krill of andere kleine schaaldieren die zich op 200 meter diepte bevinden.
Zijn migratiepatronen blijven grotendeels een mysterie voor de wetenschap.
Noordse vinvis
De noordse vinvis is een imposante walvissoort. Mannelijke dieren kunnen tot 17,1 meter lang worden en vrouwtjes zelfs tot 18,6 meter. Hun gewicht kan oplopen tot wel 25.000 kilo.
Ze hebben een slank en donker silhouet dat lijkt op dat van de tropische vinvis, maar dan groter. Hun kop is smal van bovenaf gezien en heeft een duidelijk zichtbare kam. De rugzijde is donkergrijs of bruin, terwijl de buikzijde lichter tot witachtig is.
Na de blauwe vinvis en de gewone vinvis is dit een van de grootste en krachtigste walvisachtigen ter wereld. Het is indrukwekkend om deze majestueuze reus door de oceaan te zien glijden.
Valse orka
Een van de meest spectaculaire bezoekers rond Tenerife is de valse orka. Deze soort wordt vaak waargenomen in grote groepen van meer dan 10 dieren. Ze kunnen tot 6 meter lang worden en wel 1.500 kilo wegen.
De naam “valse orka” verwijst naar de sterke gelijkenis met de echte orka: qua uiterlijk, eetgedrag en sociaal gedrag lijken ze sterk op elkaar. Valse orka’s eten voornamelijk inktvis en vis, maar jagen ook op andere walvisachtigen.
Het is een uiterst sociale en fascinerende soort die zeker het ontdekken waard is.
Zeldzame walvisachtigen waargenomen rond Tenerife
Blainville’s spitssnuitdolfijn
Tijdens onze walvis- en dolfijnexcursies op Tenerife is Blainville’s spitssnuitdolfijn een van de minst waargenomen soorten. Hoewel ze vaak solitair worden gezien, zijn er ook kleine groepen van maximaal 10 individuen van verschillende leeftijden gespot.
Deze zeezoogdieren worden gemiddeld 4 tot 5 meter lang en kunnen tot 1.000 kilo wegen. Ze hebben een stevig lichaam, een middelgrote rugvin en een relatief korte snuit. Hun kleur is donkergrijs aan de bovenzijde en lichter aan de onderzijde.
Het zijn erg schuwe dieren die het grootste deel van hun tijd op grote diepte doorbrengen — soms tot 1.600 meter. Ze voeden zich voornamelijk met inktvissen en vissen.
Cuvier’s spitssnuitdolfijn (gewone spitssnuitdolfijn)
De spitssnuitdolfijn van Cuvier, ook wel gewone spitssnuitdolfijn genoemd, is een middelgrote walvisachtige die voorkomt in de wateren rond Tenerife, maar moeilijk te spotten is vanwege zijn teruggetrokken gedrag.
Op de Canarische Eilanden is de grootste gemeten lengte van gestrande exemplaren 6,12 meter voor vrouwtjes en 5,93 meter voor mannetjes, met een gemiddelde lengte van ongeveer 4,9 meter.
Deze soort leeft meestal alleen of in kleine groepjes van 2 à 3 dieren. Hoewel er nog veel onbekend is over hun biologie, weten we dat beide geslachten geslachtsrijp worden rond de 5 meter lengte.
Cuvier’s spitssnuitdolfijnen duiken tot grote dieptes om zich te voeden met voornamelijk inktvissen, schaaldieren en mesopelagische vissen.
Het is een belangrijke soort voor het mariene ecosysteem, maar hun populatie is steeds kwetsbaarder. Het is dan ook essentieel om deze bijzondere zeezoogdieren te beschermen en hun leefgebied te behouden.
Gervais’ spitssnuitdolfijn
De Gervais’ spitssnuitdolfijn is een weinig bekende walvisachtige die voornamelijk voorkomt in tropische en gematigde wateren van de Atlantische Oceaan, vooral rond de Antillen.
Het is een indrukwekkend dier: vrouwtjes kunnen tot 5,2 meter lang worden en mannetjes tot 4,5 meter. Hun gewicht varieert tussen 1 en 2 ton. Pasgeboren kalfjes meten ongeveer 2,1 meter en wegen zo’n 50 kilo.
Ze zijn donkerblauw of donkergrijs op de rug en flanken, met een lichtere buik. Jonge dieren hebben vaak een witte onderzijde. De staartvin is aan beide zijden donkergrijs en oudere dieren kunnen witte littekens hebben op de rug en bovenste flanken.
In Europese wateren is hun aanwezigheid nauwelijks gedocumenteerd, wat hen tot een bijzonder interessante soort maakt voor marien biologisch onderzoek. Het is zonder twijfel een van de vele mysteries die de oceanen nog voor ons in petto hebben.
Dwergpotvis
De dwergpotvis is een kleinere verwant van de gewone potvis, maar nog moeilijker waar te nemen.
Hij heeft een speciale klier in zijn darmen die gevuld is met een donkerrood vloeistof. Wanneer het dier zich bedreigd voelt, kan het deze vloeistof uitstoten om roofdieren te desoriënteren en te verwarren — een soort inktwolk zoals bij inktvissen.
Deze kleine walvisachtige is ongeveer 1 meter bij de geboorte en groeit tot zo’n 3,5 meter lang met een gewicht van circa 400 kilo.
Zijn kop is groot in verhouding tot zijn lichaam, met een kleine onderkaak en een ademgat dat iets naar links verschoven is als je het van boven bekijkt. De rugvin is veel kleiner dan die van zijn nauwe verwant, de dwergvinvis (Kogia sima).
Het is moeilijk om een nauwkeurige inschatting te maken van de wereldwijde populatie van deze soort, aangezien ze zelden worden waargenomen en vaak worden verward met andere soorten. Om die reden heeft de IUCN de dwergpotvis geclassificeerd als “onvoldoende gegevens beschikbaar”.
Fraser’s dolfijn
De Fraser’s dolfijn is een relatief onbekende soort die pas recent opnieuw onder de aandacht kwam. Deze soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven in 1956 door Francis Charles Fraser, nadat hij een verkeerd gelabeld skelet opmerkte in het British Museum.
Deze dolfijn is klein van formaat, met een lengte tot 2,7 meter en een gemiddeld gewicht van ongeveer 210 kg. Hij komt voor in tropische en warme gematigde wateren.
Een uniek kenmerk van deze soort is dat hij opvallend kleine geslachtsdelen heeft in vergelijking met andere dolfijnen, wat helpt bij de identificatie. Ook de donkere streep die over de rug loopt is kenmerkend.
Fraser’s dolfijn wordt vaak verward met de gestreepte dolfijn. Hij voedt zich met kreeftachtigen en een breed scala aan vissoorten, en zwemt meestal in grote groepen van soms honderden dieren.
Helaas is het een beschermde soort waarvan wordt aangenomen dat ze bijna uitgestorven is. De huidige populatiegrootte is onbekend.
Blauwe vinvis
De blauwe vinvis is een indrukwekkende en zeldzame verschijning in de wateren rond Tenerife. Deze reusachtige walvis is herkenbaar aan zijn blauwgrijze, lichtgrijze en witte tinten.
Soms vertoont de huid een groenachtig of geelachtig uitzicht als gevolg van diatomeeën die erop leven. De U-vormige schedel, de enkele centrale kam op de kop, en de relatief kleine rugvin — ver naar achteren geplaatst — helpen bij de identificatie.
De gemiddelde lengte van een blauwe vinvis bedraagt ongeveer 25 meter, terwijl de Antarctische ondersoort zelfs tot 30 meter lang kan worden. Volwassen dieren wegen tussen de 80 en 130 ton, met een recordgewicht van maar liefst 178 ton.
Ze worden meestal in kleine groepjes van 3 of 4 dieren gezien, die hechte banden onderhouden.
Ze bereiken seksuele volwassenheid bij een lengte van 22–23 meter. Na een draagtijd van 11–12 maanden wordt er een kalf geboren dat al zo’n 8 ton weegt.
Hun dieet bestaat vrijwel uitsluitend uit planktonische kreeftachtigen, vooral krill.
Bultrug (ook wel ‘jubarta’ genoemd)
De bultrug is een van de zeldzaamste én meest fascinerende walvissen die je rond Tenerife kunt tegenkomen. Deze vriendelijke reus houdt van gezelschap en wordt vaak waargenomen in het gezelschap van andere walvissen en dolfijnen.
Wat deze soort echt bijzonder maakt, is zijn vermogen om indrukwekkende sprongen en acrobatische bewegingen te maken. Soms lanceert hij zijn hele lichaam uit het water en landt dan met een luide plons — een waar spektakel!
De bultrug is een gigantisch dier dat tot 19 meter lang kan worden en tot wel 36.000 kilo weegt. Door intensieve walvisvangst werd hun populatie bijna uitgeroeid, maar dankzij beschermingsmaatregelen is hun aantal weer gegroeid. Tegenwoordig wordt de wereldpopulatie geschat op ongeveer 80.000 exemplaren.
Dwergvinvis (Minke walvis)
De dwergvinvis is een fascinerende en tegelijkertijd mysterieuze soort. Deze walvis kan tot 10 meter lang worden en wel 10 ton wegen — een indrukwekkend gezicht als je hem van dichtbij ziet.
Ze voeden zich met kleine scholen vis en zwemmen razendsnel met open bek recht op hun prooi af. Soms zie je ze samenwerken of zelfs concurreren met zeevogels en dolfijnen om voedsel te bemachtigen.
Wat deze soort extra bijzonder maakt, is het abrupte en elegante manoeuvreren tijdens het jagen. Vaak zie je eerst een spoor van luchtbellen wanneer ze onder water uitademen en vervolgens verschijnen hun blaasgat, kop en soms ook hun rugvin aan het oppervlak.
Deze gedragingen maken de dwergvinvis tot een van de meest fascinerende walvissoorten die je rond Tenerife kunt spotten.
Orka
Een ontmoeting met een orka in Tenerife is altijd een verrassing. Deze migrerende soort valt meteen op door zijn zwart-witte kleurpatroon en indrukwekkende formaat.
Orka’s kunnen tot 9 meter lang worden en tot 5.500 kilo wegen, waarmee ze tot de krachtigste roofdieren van de zee behoren.
Hun dieet is zeer gevarieerd: ze jagen op vis, inktvis, zeehonden en zelfs witte haaien. Vandaar ook hun bijnaam: “killer whale” ofwel “moordwalvis”. Ze leven in sociale groepen tot wel 40 dieren, en sommige individuen kunnen meer dan 100 jaar oud worden.
Hoewel het zeldzaam is om ze rond Tenerife te zien… je weet maar nooit. Blijf dus goed opletten!
Samenvatting in beelden
